Ontwormen van volwassen paarden vanaf 4 jarige leeftijd:
Mestonderzoek in het eerste seizoen van het behandelplan
- Alle aanwezige paarden controleren door middel van een mestonderzoek, vóór de paarden naar buiten gaan. Wanneer uw paarden het gehele jaar buiten staan kunt u dit onderzoek plannen vanaf half maart.
- Aan de hand van dit eerste mestonderzoek worden alleen die paarden met een hoge besmetting behandeld. Een hoge besmetting wil zeggen dat er meer dan 200 eitjes per gram ontlasting (EPG) worden uitgescheiden.
- De ontlasting van paarden die ontwormd zijn dient, na het uitwerken van de ontworming, opnieuw te worden onderzocht op wormeieren. Bij Ivermectine is dit na 8 tot 10 weken.
- De ontlasting van paarden die niet zijn ontwormd, dient tussen juni en augustus opnieuw te worden onderzocht op wormbesmetting. Ook dan worden alleen die dieren met een hoge wormbesmetting behandeld.
- 4- tot 6-jarige paarden vallen daarnaast nog in de risicogroep voor infecties met rode bloedworm. Daarom mogen deze paarden na het op stal gaan preventief worden ontwormd met Moxidectine.
Mestonderzoek in de daarop volgende jaren
- Na het eerste jaar van monsters nemen, is het duidelijk welke paarden geen ontworming (nodig) hebben gehad. Deze dieren kunnen in het vervolg twee keer per jaar worden getest op wormen; in het voorjaar voor ze de wei op gaan, en in het najaar voor ze weer op stal gaan.
- Wellicht zullen er ook paarden zijn die juist bij elke ei-telling positief werden getest, ondanks behandeling. Deze dieren bouwen weinig weerstand op tegen worminfecties en zullen daarom met regelmaat moeten worden getest.
- 4- tot 6-jarige paarden vallen daarnaast nog in de risicogroep voor infecties met rode bloedworm. Daarom mogen deze paarden na het op stal gaan preventief worden ontwormd met Moxidectine.
Preventief behandelen
Omdat de ei-uitscheiding bij jonge dieren snel kan stijgen is een mestonderzoek minder betrouwbaar. Daarom hanteren we een preventief ontwormingsschema gebaseerd de werkingsduur van de gebruikte ontworming. Standaard gebruiken we bij deze jonge dieren Ivermectine, en dient dat elke 8 tot 10 weken te worden herhaald. Dit mag bij veulens vanaf 6 weken leeftijd.
In het najaar is het risico op een infectie met rode bloedworm het grootst. Wanneer de veulens en jonge paarden in het najaar weer op stal gaan, adviseren we daarom te ontwormen met Moxidectine. Dit kan vanaf 6 maanden leeftijd. Vervolgens kan 12 weken worden gewacht met de eerstvolgende ontworming.
Veulens en jonge paarden tot 3 jaar zijn gevoelig voor de volgende wormsoorten:
Veulenworm Komt nauwelijks voor, maar kan problemen geven vanaf twee weken leeftijd. Bij veulens met aanhoudende diarree klachten wordt eerst een mestonderzoek gedaan. Wanneer het aantal eieren per gram ontlasting (EPG) hoger is dan 2000 heeft behandelen pas zin.
Spoelworm Kan alleen problemen geven als de veulens in de wei hebben gelopen. En komt vanaf augustus voor. Een spoelwormbesmetting kan goed worden uitgesloten met een mestonderzoek. Bij bedrijven waar spoelwormen regelmatig voorkomen, of veulens met typische klachten (mager, lang in het haar en een bol buikje) kunt u het beste direct ontwormen. Eenmalig met Strongid P, of twee dagen Panacur.