Konijnen als huisdier
Naast de vele katten en honden die de huishoudens van Nederland rijk zijn, worden ongeveer zo`n 750.000 konijn als huisdier gehouden (TNS NIPO). Konijnen hebben een uitgebreide verzorging nodig, net als elk ander diersoort. Konijnen komen in verschillende rassen voor. Deze rassen zijn te verdelen in dwerg-, kleine-, middelgrote- en grote rassen. Elk ras heeft zo zijn eigen verzorging. Besluit voor het aanschaffen van een konijn welke rasgrootte het best bij u past.
Een goede voeding bestaat uit veel ruwvoer en voor maximaal 10% van het rantsoen aan krachtvoer (brokjes en/of granen mengsels). U kunt ook kiezen voor een speciale brok van bijvoorbeeld Science Select Rabbit, in dit voer zitten extra vezels in waarop geknaagd moet worden. Deze is te koop bij de praktijk of bij de betere dierenspeciaalzaak.
Als het konijn stopt met eten, laat de dierenarts dan naar het gebit van uw konijn kijken. Als er haken op de kiezen te zien zijn, zullen deze onder narcose geknipt en/of geslepen moeten worden. Te lange snijtanden kunnen zonder narcose (als het konijn dit toe laat) geknipt worden.
Wanneer het konijn niet meer eet, wacht dan niet te lang met het brengen van een bezoekje aan de dierenarts. Het konijn kan overlijden als het maagdarmstelsel stil komt te liggen. Het maagdarmstelsel van het konijn is afgestemd op vezelrijk materiaal. Groente dat veel vocht bevat zoals sla en andijvie kan diaree veroorzaken. Geef groente daarom met mate.
Konijnen hebben 2 soorten keutels. In de blinde darm, welke bij een konijn erg groot is, vind de vertering van vezels plaats. Onverteerbare vezels komen naar buiten als harde keutels. `s nachts worden zachte keutels geproduceerd die o.a. eiwitten, vitamine B en K bevatten die het konijn weer op eet, dit heet ceacotrophie. Deze zachte, zwarte keutels worden bijna nooit gezien omdat konijnen deze keutels vaak direct opeten na uitscheiding. Te dikke konijnen kunnen er niet direct bij en zullen de keutels laten liggen. Afvallen is in zulke gevallen noodzakelijk.
Dwangvoeren kan nodig zijn bij ziekte. Speciale voeding (Critical Care) is te koop bij de praktijk. Het vloeibare voer kan doormiddel van een spuitje in de bek worden gegeven. Vraag bij de praktijk advies. U kunt stoppen als het konijn weer zelf gaat eten.
Huisvesting
Konijnen hebben voldoende ruimte nodig om hun energie en gedrag kwijt te kunnen. Er zijn wettelijk minimum maten voor het hok maar deze zijn echt minimaal. Als maat kan 4 á 5 keer de uitgestrekte lengte van het konijn genomen worden voor de lengte van het hok.
Er zijn verschillende type hokken, voor zowel binnen (bak met gaas of van plastic) als buiten (ren, hok op poten met wel of geen etage, konijnenflat, konijnenheuvel, enz), met elk zijn voor en nadelen. Zorg er voor dat het hok niet in de zon of op de tocht staat. Het konijn kan slecht tegen hoge temperaturen. Een temperatuur tussen de 18 en 21˚C is ideaal maar ze kunnen temperaturen tussen de 6 en 29˚C verdragen. Zorg bij lage temperatuur voor ruim voldoende stro om het konijn warm te houden.
Geef ze af en toe de mogelijkheid om “los” te lopen, in huis of in een afgezet stuk tuin. Let wel op dat ze goede gravers zijn en ook hoog kunnen springen. Bescherm in huis de elektriciteit kabels. Konijnen zijn redelijk zindelijk en kunnen hun behoefte op een bak doen. Dit kan ook getraind worden met veel geduld.
Gebruik als bodembedekking een materiaal dat urine goed opneemt, zoals zaagsel en stro. Let op dat het strooisel geen bron van besmetting wordt (zie ook ziekten, myasis), maak het hok op tijd schoon.
(Probleem)Gedrag Elk dier vertoont soortspecifiek gedrag. Om het welzijn van het dier zo veel mogelijk tegemoet te komen moet het dier in dit geval het konijn, zo veel mogelijk natuurlijke gedragingen kunnen vertonen. Om de huisvesting zo goed mogelijk in te richten moet rekening gehouden worden met het voedsel zoekgedrag van het dier, sociale organisatie (gezelschap of niet?), bioritme, hygiëne (poetsen) en voortplantingsgedrag.
Meest voorkomende gedragsproblemen bij konijnen.
- Graven op ongewenste plaatsen: Volkomen natuurlijk gedrag. Verrijking aanbieden. In het verblijf verstopplaatsen, compartimenten, platform (uitkijkpost) en hooi en stro aanbrengen.
- Knagen aan bijvoorbeeld de kooi: Volkomen natuurlijk gedrag. Geef het konijn voorzieningen/speeltjes om op te knagen.
- Agressie naar soortgenoten: Is nooit of slecht gesocialiseerd, territoriaalgedrag. Dit kan worden voorkomen door de konijnen, jong met elkaar te confronteren. Op latere leeftijd moet voorzichtig en de tijd er voor geven worden om aan elkaar te laten wennen. Eerst een aantal dagen de hokken naast elkaar zetten om aan elkaar te wennen en daarna de eerste contact onder toezicht in voor beide een vreemde ruimte.
- Agressie naar mensen: Jonge konijnen kunnen door angst agressief zijn. De socialisatie is niet voldoende geweest, heeft een vervelende ervaring gehad met mensen, aangeleerd of territoriaal. Om dit te verhelpen zal met iets lekkers uit de hand geven en veel geduld het konijn laten zien dat mensen niet eng zijn.
- Urine sproeien: Rammen doen dat om hun omgeving af te bakenen. Soms ook over het baasje bij een hechte band. Preventieve castratie zou het kunnen voorkomen.
- Naast de bak plassen: Kan komen doordat het konijn liever op een andere plaats zijn behoefte doet of om dat hij er veel tijd in doorbrengt of slaapt dus deze plaats niet wil bevuilen. Reden kan ook zijn dat het nooit goed aangeleerd is, een te grote leefomgeving heeft en dus meerdere plaatsen heeft om zijn behoefte te doen. De bakvulling niet aangenaam is, stress of een medische oorzaak hebben.
- Infanticide (dood bijten van de jongen): Kan komen door concurrentie tussen andere voedsters, bij overbevolking en stress door een onrustige omgeving.
Aan al deze problemen kan wat worden gedaan. Goede socialisatie en huisvesting maken al een groot verschil.