Tandplak is een laagje bestaande uit een combinatie van levende en dode bacteriën, calcium en fosfor uit het speeksel, voedselresten en water. De ruimte tussen de tand en het tandvlees is een ideale ruimte voor het verblijf en de groei van bacteriën. Tandplak vorming ontstaat daarom bij voorkeur langs de rand van het tandvlees. Ook is er een individuele aanleg voor de vorming van tandplak: het ene dier heeft er sneller last van dan het andere en ook de ernst van de gevolgen kan per dier verschillen. Verder kan er meer tandplak gevormd worden waar voedselresten zich gemakkelijk kunnen ophopen, zoals bijvoorbeeld bij persisterende melktanden.
Ouderdom speelt natuurlijk ook een grote rol. Hoe ouder het dier, des te groter de kans dat tandplak en /of tandsteen aanwezig is.
Tandvleesontsteking (gingivitis)
Het tandvlees ziet er normaal gaaf en roze uit van kleur. Door de ophoping van bacteriën ontstaat een tandvleesontsteking (gingivitis), waarbij het tandvlees gezwollen en rood is en gemakkelijk bloedt. De ontsteking verspreidt een onaangename geur waardoor uw huisdier erg uit de bek stinkt.
Tot dit moment is het proces nog reversibel: als het gebit professioneel gereinigd wordt, en daarmee de ontsteking wordt weggenomen, dan kan het tandvlees zich weer geheel herstellen.
Als een tandvleesontsteking te laat ontdekt wordt, kan deze zich gemakkelijk tot de diepere delen uitbreiden. We spreken dan van een parodontitis. Dit kan leiden tot weefsel- en botafbraak en het terugtrekken van het tandvlees, waardoor de wortels van de tanden/kiezen bloot komen te liggen. Uiteindelijk verliezen de tanden en kiezen hun stevigheid in de kaak en kunnen ze uitvallen. Een parodontitis is irreversibel, dus niet meer terug te draaien. Het is dus erg belangrijk om dit te voorkomen.
Tandsteen ontstaat wanneer er onder invloed van speeksel verkalkingen optreden in tandplak. Overal waar tandplak aanwezig is kan tandsteen ontstaan, maar tandsteen ontstaat vooral op die plaatsen waar speekselklieren uitmonden in de bek (dus bij de grote kiezen en aan de achterkant van de ondersnijtanden). Door tandplak te bestrijden kan de vorming van tandsteen worden tegengegaan.
Tandsteen op zich is niet schadelijk, maar door het ruwe oppervlak is het een ideale plaats voor bacteriën waardoor er een verhoogde kans op tandvleesontsteking en parodontitis ontstaat. Eenmaal gevormd tandsteen is niet met chemische middelen of met tanden poetsen meer op te lossen. Een professionele gebitsreiniging is dan ook de aangewezen therapie bij tandsteen.
Tandhalslaesie of FORL
Als dierenartsen zien we vaak dat er tandhalslaesies ontstaan in de tanden of kiezen bij de kat. Eigenlijk is een tandhalslaesie een ouderwetse benaming de ziekte wordt nu FORL of RL genoemd. FORL staat voor Feline Odontoclastische Resorptieve Laesies.
Wat is het?
FORL is een progressieve aandoening, dit wil zeggen dat als de ziekte zich eenmaal openbaart bij 1 element er na verloop van tijd steeds meer tanden en kiezen aangetast zullen worden. De tanden en kiezen worden dan aangetast op de overgang van tandkroon (boven het slijmvlies) en tandwortel (onder het slijmvlies). De afwijking ontstaat doordat tandoplossende cellen aangezet worden tot het afbreken van het tandweefsel.
Oorzaak
De combinatie van ontstekingen aan het mondslijmvlies en het voorkomen van lokaal vitamine D activeert de odontoclastische cellen die caviteit (= een holte in de tand) veroorzaakt. Het is niet het gehalte aan vitamine D in het voer, maar meer de aanwezigheid van lokaal vitamine D in het parodontale ligament in combinatie met een gingivitis of parodontitis. Het is erg belangrijk dat de katten een gezond gebit hebben . Het bestrijden van tandplak en tandsteen vermindert de kans op het ontstaan van tandresorptie.
Symptomen
Een tandhalslaesie herken je doordat net boven het tandslijmvlies een stukje bloederig weefsel zit. Het slijmvlies puilt in deze holte uit. Soms zie je echt een gat in de tand of kies. Tandhalslaesies verzwakken de tand of kies. De laesie kan tot aan of zelfs in de zenuwholte komen. Dit geeft hevige pijn, vergelijkbaar met kiespijn bij mensen. De kat weigert vaak om te eten. Soms wordt er met een scheve kop gegeten om de pijnlijke kant te ontzien. De tand of kies kan afbrokkelen en zelfs afbreken.
Aanwijzingen voor FORL’s bij de kat:
• Uit de mond stinken
• Overmatig speekselen
• Vermageren
• Niet willen eten
• Met een scheve kop eten
• Geen koude vloeistoffen willen drinken
• Plotseling stoppen met eten of drinken
• Humeurig zijn
Therapie
Er zijn verschillende therapieën geprobeerd. Variërend van vullen, gebitsreiniging onder narcose, daarna polijsten en preventieve fluorbehandelingen.
Echter niets geeft verbetering en de tandoplossende cellen blijven het tandweefsel afbreken. Vaak blijven uiteindelijk alleen de wortelresten van de afgebroken elementen over.
De enige afdoende therapie, om de kat pijnvrij te krijgen, is het trekken of extraheren van de aangetaste tand of kies. Zie boven voor uitleg over extractie van een kies.
Probeer het ontstaan van FORL's te voorkomen door het ontstaan van tandplak en tandsteen tegen te gaan. Poets de tanden en kiezen. Als er tandsteen aanwezig is, laat het gebit professioneel schoonmaken onder narcose. En ga daarna de tanden en kiezen poetsen. Het bestrijden van tandplak en tandsteen vermindert de kans op tandresorptie.
FORL bij een kat |
Röntgenfoto FORL kat
|
Resultaat na extractie |
Het Gingivitis/Stomatitis/Pharyngitis complex
Dit zijn steeds terugkerende slijmvliesontstekingen in de mond bij de kat. Deze aandoening komt voor op alle leeftijden. Vaak beginnen de problemen al op jonge leeftijd (jonger dan twee jaar) maar de meeste problemen zie je bij katten van middelbare leeftijd (7-8 jaar). We zien vaker bepaalde rassen (Main Coons en oosterse rassen) met dit probleem.
Het complex bestaat uit 3 ziektes die gezamenlijk of apart kunnen voorkomen:
1. Gingivitis of tandvlees ontsteking
Bij gingivitis is het tandvlees gezwollen, rood en bloedt gemakkelijk. Deze ontsteking verspreidt een onaangename geur waardoor de kat erg uit de bek kan stinken. Als gevolg van de ontsteking kan het tandvlees zich terugtrekken waardoor de tandhals en wortels zichtbaar worden. Wanneer de ontsteking zo uitgebreid is dat ook het onderliggende bot ontstoken raakt is er sprake van paradontitis.
2. Stomatitis of ontsteking van het wangslijmvlies
Als gevolg van tandsteen kan het slijmvlies van de wang ontstoken raken. Dit gebeurt met name ter hoogte van de kiezen waar tandsteen het snelst ontstaat. De ontsteking kan zich over een groot deel van het slijmvlies van de wang uitbreiden.
3. Pharyngitis of slijmvliesontsteking van de mondholte
Hierbij raakt het slijmvlies achter in de mondholte ontstoken. Met name het zachte gehemelte en de slijmvliesomslag van de boven- naar onderkaak achter in de bek kunnen enorm ontstoken raken. Dit proces is erg pijnlijk voor de kat en ze zullen dan ook vaak stoppen met eten.
Deze hele erge ontsteking van de mondholte wordt ook wel faucitis genoemd. De ontsteking is karakteristiek voor het complex en is er vaak de oorzaak van dat een eigenaar met de kat naar een dierenarts gaat: de kat wil namelijk niet meer eten door de pijn.
Symptomen
• Stinken uit de bek
• Kwijlen en speekselen
• Met een scheve kop eten, omdat het pijnlijk is
• Niet willen eten en vermageren
• Pijnlijke bek bij open doen
• Humeurig zijn
Mogelijke oorzaken
• Tandplak en tandsteen
• Afgebroken tanden en kiezen (eventuele wortelresten)
• Tandhalslaesies /FORL’s
• Verminderde weerstand door bijvoorbeeld een virusziekte als kattenaids (FIV), leucose (FeLV) en Calicivirus.
• Voedingsallergie
• Atopie (allergie)
• Idiopathisch (dat wil zeggen dat de oorzaak onbekend is)
Diagnose
De diagnose wordt gesteld door het bekijken van de mondholte. Omdat de behandeling afhankelijk is van de onderliggende oorzaak is een aanvullend onderzoek vaak noodzakelijk. Een bloedonderzoek is nodig om kattenaids en leucose uit te sluiten, terwijl met een röntgenfoto bekeken kan worden of er resten van afgebroken tanden of kiezen aanwezig zijn.
Therapie
Afhankelijk van de onderliggende oorzaak en de ernst van de verschijnselen kan vervolgens een behandelplan opgesteld worden. De behandeling bestaat uit diverse stappen. Deze variëren van het schoonmaken van het gebit tot het trekken van alle tanden en kiezen. Afhankelijk van de reactie van de kat op de ingezette behandeling kan de behandeling aangepast worden.
Omdat de aandoening meestal gepaard gaat met flinke tandsteen vorming is een professionele gebitsreiniging vaak de eerste stap in de behandeling. Onder narcose wordt het gebit schoongemaakt met een ultrasoon trilapparaat en daarna gepolijst. Losse en ernstig aangetaste elementen worden verwijderd. Hierna wordt er antibioticum en pijnstiller gegeven om de mondholte zoveel mogelijk tot rust te brengen. Tot slot moet de vorming van nieuw tandsteen zoveel mogelijk worden voorkomen. Als de ontsteking niet gepaard gaat met veel tandsteen en na een antibioticumkuur weer terugkomt, wordt geadviseerd om alle aangetaste elementen te trekken.
Er worden nog wel eens ontstekingsremmende medicijnen (corticosteroïden/prednison) gegeven. Dit zal gedurende korte tijd voor een sterke verbetering zorgen, echter daarna werkt het remmend! Het is beter om geen corticosteroïden te geven voordat de kiezen getrokken zijn. Deze medicijnen remmen de ontsteking sterk af, maar op langere termijn werken ze averechts. Ze zullen eerder in de hand werken dat het probleem blijft terugkomen en in sterke mate aanwezig zal blijven nadat alle kiezen getrokken zijn.
Wanneer een ontsteking ondanks de therapie telkens blijft terugkomen, kunnen het beste alle kiezen en eventuele kiesresten getrokken worden. Meestal blijven de klachten na deze ingreep weg. Een eigenaar ziet vaak erg op tegen deze ingreep, maar vaak voelt de kat zich na het trekken van alle elementen meteen een stuk beter. Vaak zie je dat de kat ‘s avonds alweer eet! Natuurlijk kan een kat ook zonder kiezen gewoon brokken eten. Eigenaren vertellen vaak dat de kat enorm opgeknapt is en veel levendiger is nadat de kiezen getrokken zijn.
Bij een heel klein deel van de katten zal zelfs de meest rigoreuze behandeling (het trekken van alle elementen) geen blijvende oplossing bieden. Deze katten krijgen de rest van hun leven corticosteroïden (dit mag wel na extractie, maar niet ervoor!), eventueel in combinatie met antibioticum. De klachten worden hierdoor onderdrukt en de kwaliteit van leven voor de kat verhoogd.
Omdat corticosteroïden op lange termijn ongewenste bijwerkingen hebben, , wordt er soms als alternatief Cyclosporine gebruikt. Dit product heeft minder negatieve bijwerkingen op het lichaam, zoals bij corticosteroïden.
Verder kan er gebruik gemaakt worden van Virbagen omega ® injecties in combinatie met pijnstiling. Deze injecties werken immuunstimulerend (oftewel weerstand verhogend middel) en geven bij sommige katten goede resultaten, vooral katten die een Calicivirus infectie hebben.
Kaak en/of tandproblemen door een aanrijding of val (Trauma)
Als een kat aangereden wordt, of van een grote hoogte valt, kan er van alles aan het gebit en de kaken beschadigd raken. Vaak zal de kat onder het bloed zitten. Dit ziet er vreselijk uit, omdat het mondslijmvlies erg goed doorbloed is en dus veel zal bloeden. Tanden kunnen los komen te zitten of uitvallen. Hoektanden kunnen afbreken. Bij een harde klap kunnen zelfs de kaken breken.
Het is belangrijk uw huisdier na een val of aanrijding door uw dierenarts te laten nakijken. Het dier kan in shock zijn of er kunnen nog andere problemen spelen (inwendig bloedverlies, gebroken poot e.d.). Zodra de kat stabiel is, kan er een bekinspectie worden uitgevoerd en kunnen er eventueel röntgenfoto’s van de schedel gemaakt worden.
Een gebroken kaak (kaakfractuur) kan in veel gevallen gestabiliseerd worden met een cerclage draad. Dit is een soort ijzerdraad die om de onderste (hoek)tanden wordt aangelegd en de kaakhelften bij elkaar houdt. Hiermee kan de kat prima functioneren en eten. Vaak moet de draad minimaal een maand blijven zitten. Na een controle röntgenfoto om te zien of de kaak volledig geheeld is, wordt het cerclage draad onder narcose weer verwijderd.
Tumoren
Als een (oudere) kat een verdikking aan de kaak krijgt, moeite heeft met eten of overmatig kwijlt door het slecht kunnen slikken, dan kan het zijn dat er niet een tand of een kiesprobleem aanwezig is, maar dat een tumor de oorzaak voor dit probleem is. Deze tumoren kunnen uitgaan van het slijmvlies van de mond of het kaakbot.
Wanneer een kat aangeboden wordt met bovengenoemde klachten is een onderzoek van de mondholte zeer belangrijk. Indien de kat dit niet zonder verdoving toelaat, moet de kat onder verdoving gebracht worden om de mondholte goed te inspecteren. Een tumor uitgaande van het slijmvlies is vaak duidelijk te zien in de mond. Ze bevinden zich meestal onder de tong of achterin de keel.
Het is belangrijk dat de juiste diagnose wordt gesteld. Daarom wordt onder narcose een stukje van de bult of woekering weggenomen voor verder onderzoek.